Beheer

Wim Arp

Uitgangssituatie

De uitgangssituatie is een stuk grasland dat niet bloemrijk is. Een staan paardenbloemen, pinksterbloemen, hondsdraf, speenkruid, fluitenkruid en berenklauw, en op de zomerdijk kruisdistel en wikkes. Op de zomerdijk staat veel glanshaver. In het hoekje bij de rivier staat poelruit, glad walstro, en net over het hek rode ogentroost en kattendoorn. Op het lage gedeelte blijkt later heel veel akkerdistel te staan.

uitgangssituatie.jpg
in den beginne...

Bloemrijk

Het beheer is gericht op de ontwikkeling van bloemrijk en faunarijk grasland. Het grootste deel ten zuiden van de zomerdijk laten we beheren door de biologische boerderij 'Veld en Beek', die daar het gras mag oogsten. De zomerdijk en het stuk te noorden daarvan beheren we zelf. Om het bloemrijk te maken proberen we het te verschralen door het gras te maaien en af te voeren. Omdat dit voedselrijke grond is kan het lang duren voor dat effect heeft. Daarom zorgen we ook voor schrale plekken door op plekken waar zand ondiep in de grond zit het zand naar boven te brengen en de klei naar onder.

Om het bloemrijk te krijgen kun je heeeeel lang wachten to de gewenste vegetatie vanzelf ontstaat. Grote organisaties kunnen dan in beter ontwikkelde terreinen hooi verzamelen en dat uitstrooien om het proces te versnellen. Wij doen dit op kleine schaal door in uiterwaarden in de omgeving zaden te oogsten, op te kweken en de planten uit te zetten.

Gelukkig hebben wij genoeg variatie in het terrein voor verschillende plantengemeenschappen. Het lage grasland is misschien minder interessant, maar de uitgegraven greppel biedt ruimte aan moeras en oeverplanten. De zomerdijk is schraal en droger aan de bovenkant en voedselrijk en vochtiger beneden, warm aan de zuidkant en koel aan de noordkant. Hier staat vooral glanshaverhooiland. Ten noorden van de zomerdijk is een voedselrijke zone met veel berenklauw en fluitenkruid, maar een strook aan de noordkant is veel schraler en droger door zand in de ondergrond. Waar we dat zand naar boven hebben gehaald kan een nog schralere vegetatie ontstaan. In de hoek bij de rivier staan al planten van rivieroevers en van vochtige ruigte, en aan de oostkant staan wilgen en meidoorns die zich kunnen uitbreiden om zo wat struweel te vormen. Langs het hek aan de noordkant staan veel kleine meidoorns en bramen die we willen laten uitgroeien tot een heg.

aan-de-slag.jpg
aan de slag

Faunarijk

Voor een faunarijk grasland is het vooral belangrijk dat er heel veel variatie is. Variatie in de hoogte van de vegetatie en daarmee in microklimaat, variatie in bloeiende planten, open plekken en dichtbegroeid, droge en natte plekken. Verder zijn er het hele seizoen bloeiende planten, en voor nestgelegenheid van bijvoorbeeld wilde bijen en wespen zijn er open plekken, steilranden, dode stengels en dood hout. Sommige stukken vegetatie worden vaak gemaaid, andere stukken een heel jaar niet.

Handmatig en kleinschalig

We proberen zo veel mogelijk met de hand te doen, zo maaien we met de zeis en alle graafwerkzaamheden gaan met de schop. De voordelen hiervan zijn dat het per definitie heel kleinschalig is omdat je altijd maar een klein stukje kunt maaien. Je kunt ook op kleine stukjes met een sikkel het gras heel kort afnijden zodat het bijna kaal is. Daarmee creeer je ruimte voor bodemnestelende insecten en voor het kiemen van kruiden. Dat resulteert in heel veel variatie in de hoogte van het gras, en daarmee in microklimaat zoals te zien is op de infrarood-luchtfoto.

Het eigenlijke beheer bestaat dus vooral uit kleinschalig maaien en afvoeren, het bevorderen van kruiden door introduceren van vooral regionale zaden/planten en het creeren van open plekken waar kruiden kunnen kiemen. Daarnaast worden sterk woekerende planten als berenklauw, brandnetel en akkerdistel in toom gehouden door ze op veel plekken te verwijderen. In het lage gedeelte hebben we in 2020 ongeeveer 500,000 akkerdistels uitgestoken. Omdat ook deze planten voor veel insecten belangrijk zijn mogen ze zich op bepaalde plekken ontwikkelen tot bloemrijke ruigte. De moestuin en natuurakker zorgen voor extra variatie met veel nectar, open en bewerkte grond, en een paar walletjes.

Naast het beheer zorgen we ook door de inrichting van het terrein voor veel variatie.

infrarood.jpg
infraroodbeeeld toont verschil in microklimaat